Zonder deze
meiden en hun verhalen, had ik Spel niet kunnen schrijven zoals ik heb gedaan. Ik
heb hun pijn, angst en verdriet ondergebracht in het leven van Bouchra en Ilse.
Ilse duikt voor haar werk in de wereld van de mensenhandel. Hierover zegt ze in
Spel:
Ze zijn gemakkelijk te vangen, deze meisjes.
Arm, hoopvol, vatbaar voor mooie verhalen, de meeste nog niet eens volwassen.
Eenmaal in Nederland worden ze opgesloten. Hun paspoorten zijn afgepakt. En dan
komen de mannen. De mannen met die blik in hun ogen. Ze snappen het niet.
Hiervoor zijn ze niet naar Nederland gekomen. Ze gaan als model werken. Of in
de bloementeelt. Niet hier. Niet in dit huis met al die meisjes, opeengepakt
als vluchtelingen in een kamp. Er is ze een eigen kamer beloofd, netjes en
schoon. Niet een kelder vol vieze matrassen waar de meest perverse dingen van
ze wordt gevraagd. Dit gaan ze niet doen. Zij niet. Ze verkopen hun lichaam
niet. Het moet een vergissing zijn. Maar het is geen vergissing. Het is echt.
Het huis is echt. De mannen zijn echt. De bedoelingen zijn echt. Bont en blauw
geslagen laten ze het eerste zwijn op de matras toe. Er is alleen nog hun
lichaam, hun geest is elders. Ze worden zombies. Neukpoppen. Ze zijn in Nederland
en ze zijn hoer.
Bouchra
ondervindt de pijn aan den lijve, als ze op de vlucht is voor haar familie:
Als ik ben aangekleed, bekijk ik mezelf in
de spiegel en ineens besef ik me dat ik alles kwijt ben. Niet alleen mijn haar,
mijn kamer, mijn kleding, mijn dierbare verzameling schoenen, de kast waarin ik
mezelf kon troosten. Maar ook mijn familie en mijn identiteit. Ik ben niemand
meer. Ik heb geen ouders, geen grote zus, geen broertje. Voor hen ben ik dood.
Ik bezit geen papieren, geen pasjes, geen identiteitsbewijs. Mijn naam is
Bouchra el Amrani, ik weet het zelf, maar wie zal me geloven? Hoe kan ik
bewijzen dat ik mezelf ben, zonder mijn geboortedocumenten. Mijn vader zal ze
verbranden, alsof ik nooit heb bestaan. Voor altijd ongeboren in het vuur.
Deze
verhalen zijn echt. Ze bestaan. Hier. In Nederland. De bewijzen hiervan zie ik
iedere dag.
Oké, ze
hebben er niets aan, een boek dat aan ze is opgedragen. Het helpt ze niet van
hun nachtmerries af, maakt hun leven er geen seconde mooier op, verjaagt het
kwaad niet uit hun leven. Maar zie het als een eerbetoon. Aan de meiden en de kracht
die ze in zich hebben. Ze zijn sterk. Doorzetters. Overlevers. En daarom is dit
boek voor hen.
Olga, jij
hebt je boek net voorgelegd aan een literair agent. Wat heeft je dat
opgeleverd?
Ellen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat weten wat je vindt!