50 tinten grijs
natuurlijk! Daar zijn er inmiddels miljoenen van verkocht en dat betekent:
kassa!
Geintje.
Matilda, van
Roald Dahl, had ik graag geschreven. Meesterlijk! Al zijn kinderboeken trouwens…
wie wil die nou niet opgetypt hebben? Ik zou er in ieder geval een moord voor
doen. Deze man leerde mij dat alles mogelijk is op papier. En die wetenschap is
fijn. Vooral tijdens het schrijven van mijn kinderboek ‘Fransje’ kon ik
onbeschaamd tekeer gaan. Want als alles mogelijk is… pfieuw wat heb je dan een
speelveld.
Nog een
schrijver die ik liefheb: Niccolo Ammaniti. Die man weet een sfeer neer te
zetten om van te watertanden. Bizarre scènes, idiote karakters, verzin het
maar… Ook mooi: hij is op z’n tijd lekker grof. Daar hou ik van. Gewoon, hup,
het beestje bij de naam noemen, geen schaamte kennen, geen mooipraterij, maar
‘verdomme’ zeggen als het ‘verdomme’ is. Heerlijk!
Ilse, één
van de twee hoofdpersonen in Spel, is ook zo’n recht voor z’n raap-type. Zegt
wat ze denkt en vloekt er zo nu en dan ongeremd op los. Typerend voor Ilse, maar
ik - als haar bedenkster - vraag me
regelmatig af of het niet teveel van het goede is. Gaat het de lezer niet
tegenstaan? Moet je personage per se vloeken om iets duidelijk te maken? Maak
je het daarmee krachtiger? Of juist niet? En welk beeld roept zo’n vloekende dame
op? Aso-wijf? Tokkie? Bitch? Het zal blijken wanneer ik mijn meelezers vraag om
Ilse in het kort te omschrijven. (Tip van Renate Dorrestein!) Bijschaven is dan
een optie. Dorrestein geeft trouwens aan altijd de lezer voor ogen te houden
tijdens het schrijven, want: zonder lezer geen boek.
Anderzijds
hoor ik wel eens dat je als schrijver niet teveel moet nadenken over wat je
lezers ervan zouden kunnen vinden.
‘Schrijf sans gêne’, zegt literair agent Paul Sebes in zijn boek
Bestseller. Hij citeert schrijver Joost Vandecasteele: ‘Als je begint te
denken: misschien moet ik wat gas terugnemen, want dat of dat kan lezers of
uitgevers bruuskeren, dan moet je er al mee stoppen, want brave schrijvers
zullen nooit overleven. Het is jouw kop, hoe ziek die ook moge zijn, en dit is
wat je te zeggen hebt’.
Da’s eentje om
te onthouden.
Hoe zit het
met jouw zieke kop, Olga? Heb jij de lezer altijd voor ogen als je schrijft?
Groet,
Ellen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat weten wat je vindt!