Ilse is
weinig verhullend in haar taalgebruik. Ze zegt wat ze denkt. Als iets kut is
zegt ze dat het kut is. Punt. Zo ben ik eigenlijk ook – soms tot grote
frustratie van mezelf (hou nou toch je mond!). Dus in dat opzicht lijkt
Ilse op mij. Ze is journalist bij een krant, dat was ik ook ooit, dus die
ervaring komt net zo goed uit eigen ‘doos’. Ilse kan, net als ik, niet tegen
onrecht. Ze trekt zich het leed van de wereld aan, maar vergeet daarbij naar
haar eigen gevoel te luisteren, wat maakt dat ze terechtkomt in iets gruwelijks
en onomkeerbaars. Ik kan alleen maar bidden dat ik in dat opzicht niet op haar
lijk.
Voor het
personage van Bouchra heb ik veel inspiratie opgedaan bij de slachtoffers van
eergeweld die ik de afgelopen drie jaar heb leren kennen. Zij vertelden mij hun
verhalen. Over hun familie en de belangrijke rol van eer binnen hun cultuur.
Over wat ze voelden en wat ze niet móchten voelen. Over de opsluiting en de
vernedering. Over het geweld, het misbruik, de incest. En over dat ze
uiteindelijk alles achter zich moesten laten, dat er nu geen familie meer voor
ze is. Die verhalen laten me niet los. Want hoe moet dat zijn? Hoe voelt zoiets
als je niemand meer hebt behalve jezelf? En hoe leeft het met de dreiging van
eerwraak? Dat ze je doodmaken als ze je vinden. Hoe doe je dat? Dat is wat Bouchra moet uitvinden.
Ik probeer
de gevoelens van Ilse en Bouchra te voelen, ook al besef ik dat zoiets – vooral
in het geval van Bouchra – misschien wel onmogelijk is. Maar als Ilse weer wordt
teleurgesteld, wil ik haar ontreddering
voelen, als Bouchra denkt aan haar moeder die ze heeft achtergelaten,
probeer ik me voor te stellen hoeveel pijn dat doet. Dat maakt dat ik soms met
een ik-moet-kotsen-gevoel achter de computer zit. Geeft niks, het helpt me.
Wat ook
helpt bij het neerzetten van de personages, is hun stem. Ieder persoon in Spel heeft
in mijn hoofd - en hopelijk ook op papier - een eigen stem met eigen klank, ritme
en taalgebruik. Mooi voorbeeld: de stem van Ilse’s ‘maatje’, de Bulgaarse
Andrej, is gebaseerd op die van de Kroaat Radmilo Soda, oud-bokskampioen en
personal trainer die zo af en toe op televisie verschijnt. Als ik Andrej laat
spreken, heb ik Radmilo’s stem in mijn hoofd. (Hij moest eens weten…)
Euh ja, ik heb
dus stemmen in mijn hoofd. Geeft niks.
En jij Olga,
heb jij stemmen in je hoofd tijdens het schrijven?
Ben
benieuwd!
Ellen
P.s. Iedere
lezer van dit weblog mag natuurlijk reageren. Hoe doen jullie ‘het’? Ook
stemmen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Laat weten wat je vindt!