Powered By Blogger

dinsdag 16 april 2013

Klik

Ja. Wat heeft het me opgeleverd, mijn ritje naar Amsterdam om te spreken met een literair agent (nee, niet Paul Sebes, er zijn er echt meer!)? Vooral veel kopkrabben.
Ten eerste raad ik iedere (beginnend) schrijver aan om in ieder geval een keer zo'n afspraak te maken. Over mijn ervaring lees je meer op mijn blog over Dodenweg (Saksenburcht Thrillers).

De korte lezing komt er op neer dat Dodenweg niet origineel (genoeg) is. Het verhaal over een politieman met een verleden, die in aanraking komt met een brutale journalist (met haar eigen problemen) en die een moord / moorden oplost terwijl hij zijn verleden probeert te verwerken en tegelijkertijd er iets van liefde opbloeit ergens, is al vaker geschreven.

Inderdaad.

Op de vraag waarom ik schrijf, was mijn eerlijke antwoord ook: Ik schrijf verhalen die ik zelf wil lezen. Daarin ben ik dus niet origineel. Ik hou van dit soort verhalen, door de Librisjury 'Ikea-romans' genoemd. Sja.

Maar goed. Het meest positieve was dat de literair agent mijn schrijfsel niet eens de meest absolute bagger vond die hij ooit had gelezen. Er waren manuscripten die op de shitschaal hoger scoorden. Ha! Dat vond ik een positief punt!

Dat was het gesprek met de literair agent. Een gesprek met een uitkomst die ik niet helemaal kon plaatsen tot afgelopen zondag. Daar zaten we dan, met een groep andere (vrouwelijke) schrijvers ademloos te luisteren naar een van de Grote Meesters:

Ronald Giphart.

Ik heb mijn kat en mijn kind naar personages van deze grootmeester genoemd, dus je kunt wel zeggen dat ik toch een soort van 'fan' ben. Dat terzijde.

Gip vertelde een anekdote over zijn eerste schrijfsels, die consequent werden afgefikt door zijn leermeester, Ed van Eeden. "Dit is heulemaal niets." Toen hij een volgend verhaal niet meer wilde laten lezen aan Van Eeden zei deze (terecht): "Mooi zo. Als je je uit het veld laat slaan door kritiek, moet je inderdaad maar helemaal ophouden met dat geschrijf."
De reactie op het tweede verhaal dat Giphart aan Van Eeden liet lezen: "SJEZUS! Dit is bijkans nog slechter!"

De masterclass ging verder. Ik luisterde. En luisterde. En luisterde. En voelde me een soort van vreemde vakbroeder (of zuster). Dat een van mijn toch wel literaire helden, die vind ik toch wel aardig geniale boeken schreef, niet met lauweren gekranst op een voetstuk de schrijfwereld was ingerold. Dat gaf de burger moed!

"Vergeet de romantiek. Je maakt een technisch product," zei Gip. Hij bedoelde daarmee te zeggen dat je als schrijver een ambacht uitvoert. En dat je "iedere scene naar een hoger niveau moet tillen."

BAM!!!!!

En toen maakte ik de klik.

IEDERE.
SCENE.
NAAR.
EEN.
HOGER.
NIVEAU.
TREKKEN!

Dat staat mij te doen met Dodenweg.
Ik zit nu in herschrijfronde vier. Alle 'zou', 'te doen', 'had' en 'wassen' worden eruit gesloopt. De proloog gaat over de kop. Ieder woordje in de weegschaal.
En daarna?
Dan wordt herschrijfronde vijf ingezet. Dan ga ik iedere scene naar een hoger niveau trekken.
En dan?
Sorry, literair agent... Dan gaat Dodenweg er komen.
Misschien via een uitgever, misschien lekker zelf op internet.

Daar gaat het om. Om het gelezen worden.
Nu we het er toch over hebben, Ellen, door wie wil jij eigenlijk gelezen worden? Wie zou jij met 'Spel' in de trein willen zien zitten?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat weten wat je vindt!