Powered By Blogger

vrijdag 8 februari 2013

Sans gêne

Wowzers! Olga! Wat een vraag: welk boek ik geschreven zou willen hebben?
50 tinten grijs natuurlijk! Daar zijn er inmiddels miljoenen van verkocht en dat betekent: kassa!

Geintje.

Matilda, van Roald Dahl, had ik graag geschreven. Meesterlijk! Al zijn kinderboeken trouwens… wie wil die nou niet opgetypt hebben? Ik zou er in ieder geval een moord voor doen. Deze man leerde mij dat alles mogelijk is op papier. En die wetenschap is fijn. Vooral tijdens het schrijven van mijn kinderboek ‘Fransje’ kon ik onbeschaamd tekeer gaan. Want als alles mogelijk is… pfieuw wat heb je dan een speelveld. 

Nog een schrijver die ik liefheb: Niccolo Ammaniti. Die man weet een sfeer neer te zetten om van te watertanden. Bizarre scènes, idiote karakters, verzin het maar… Ook mooi: hij is op z’n tijd lekker grof. Daar hou ik van. Gewoon, hup, het beestje bij de naam noemen, geen schaamte kennen, geen mooipraterij, maar ‘verdomme’ zeggen als het ‘verdomme’ is. Heerlijk!

Ilse, één van de twee hoofdpersonen in Spel, is ook zo’n recht voor z’n raap-type. Zegt wat ze denkt en vloekt er zo nu en dan ongeremd op los. Typerend voor Ilse, maar  ik - als haar bedenkster - vraag me regelmatig af of het niet teveel van het goede is. Gaat het de lezer niet tegenstaan? Moet je personage per se vloeken om iets duidelijk te maken? Maak je het daarmee krachtiger? Of juist niet? En welk beeld roept zo’n vloekende dame op? Aso-wijf? Tokkie? Bitch? Het zal blijken wanneer ik mijn meelezers vraag om Ilse in het kort te omschrijven. (Tip van Renate Dorrestein!) Bijschaven is dan een optie. Dorrestein geeft trouwens aan altijd de lezer voor ogen te houden tijdens het schrijven, want: zonder lezer geen boek.
Anderzijds hoor ik wel eens dat je als schrijver niet teveel moet nadenken over wat je lezers ervan zouden kunnen vinden.  ‘Schrijf sans gêne’, zegt literair agent Paul Sebes in zijn boek Bestseller. Hij citeert schrijver Joost Vandecasteele: ‘Als je begint te denken: misschien moet ik wat gas terugnemen, want dat of dat kan lezers of uitgevers bruuskeren, dan moet je er al mee stoppen, want brave schrijvers zullen nooit overleven. Het is jouw kop, hoe ziek die ook moge zijn, en dit is wat je te zeggen hebt’.
Da’s eentje om te onthouden.

Hoe zit het met jouw zieke kop, Olga? Heb jij de lezer altijd voor ogen als je schrijft? 

Groet,
Ellen 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat weten wat je vindt!