Powered By Blogger

zondag 24 februari 2013

Stemmen in mijn hoofd

Mijn personages zijn een mix, mengelmoesjes, van vluchtige voorbijgangers, mensen die ik ken en heb gekend. Mensen die ik liefheb en die ik minder liefheb (ik heb tenslotte ook bad-ass-motherfuckers nodig voor mijn verhaal). Ilse en Bouchra - de hoofdpersonen van Spel - zijn opgebouwd uit verschillende stukjes mens. Ik heb geprobeerd ze zo levend mogelijk te maken door middel van echte geschiedenissen.

Ilse is weinig verhullend in haar taalgebruik. Ze zegt wat ze denkt. Als iets kut is zegt ze dat het kut is. Punt. Zo ben ik eigenlijk ook – soms tot grote frustratie van mezelf (hou nou toch je mond!). Dus in dat opzicht lijkt Ilse op mij. Ze is journalist bij een krant, dat was ik ook ooit, dus die ervaring komt net zo goed uit eigen ‘doos’. Ilse kan, net als ik, niet tegen onrecht. Ze trekt zich het leed van de wereld aan, maar vergeet daarbij naar haar eigen gevoel te luisteren, wat maakt dat ze terechtkomt in iets gruwelijks en onomkeerbaars. Ik kan alleen maar bidden dat ik in dat opzicht niet op haar lijk.  

Voor het personage van Bouchra heb ik veel inspiratie opgedaan bij de slachtoffers van eergeweld die ik de afgelopen drie jaar heb leren kennen. Zij vertelden mij hun verhalen. Over hun familie en de belangrijke rol van eer binnen hun cultuur. Over wat ze voelden en wat ze niet móchten voelen. Over de opsluiting en de vernedering. Over het geweld, het misbruik, de incest. En over dat ze uiteindelijk alles achter zich moesten laten, dat er nu geen familie meer voor ze is. Die verhalen laten me niet los. Want hoe moet dat zijn? Hoe voelt zoiets als je niemand meer hebt behalve jezelf? En hoe leeft het met de dreiging van eerwraak? Dat ze je doodmaken als ze je vinden.  Hoe doe je dat? Dat is wat Bouchra moet uitvinden.

Ik probeer de gevoelens van Ilse en Bouchra te voelen, ook al besef ik dat zoiets – vooral in het geval van Bouchra – misschien wel onmogelijk is. Maar als Ilse weer wordt teleurgesteld, wil ik haar ontreddering  voelen, als Bouchra denkt aan haar moeder die ze heeft achtergelaten, probeer ik me voor te stellen hoeveel pijn dat doet. Dat maakt dat ik soms met een ik-moet-kotsen-gevoel achter de computer zit. Geeft niks, het helpt me.

Wat ook helpt bij het neerzetten van de personages, is hun stem. Ieder persoon in Spel heeft in mijn hoofd - en hopelijk ook op papier - een eigen stem met eigen klank, ritme en taalgebruik. Mooi voorbeeld: de stem van Ilse’s ‘maatje’, de Bulgaarse Andrej, is gebaseerd op die van de Kroaat Radmilo Soda, oud-bokskampioen en personal trainer die zo af en toe op televisie verschijnt. Als ik Andrej laat spreken, heb ik Radmilo’s stem in mijn hoofd. (Hij moest eens weten…)
Euh ja, ik heb dus stemmen in mijn hoofd. Geeft niks.

En jij Olga, heb jij stemmen in je hoofd tijdens het schrijven?
Ben benieuwd!

Ellen

P.s. Iedere lezer van dit weblog mag natuurlijk reageren. Hoe doen jullie ‘het’? Ook stemmen?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Laat weten wat je vindt!